In het Rijksmuseum

17de eeuw: kroon voor West-Afrikaanse koning

Episode Summary

Deze kroon lijkt op veel andere kronen, maar heeft een bijzonder verhaal. Hij is gemaakt voor de vorst van Ardra, een West-Afrikaans koninkrijk, als diplomatiek geschenk van de Engelsen. De kroon vertelt de geschiedenis van Europeanen die strijden om de gunst van deze koning vanwege de handel van mensen in slavernij. Wie was de koning van Ardra, en wat weten we over de mensen die gedwongen vanuit Ardra naar de Amerika's werden gebracht. Janine Abbring praat erover met junior conservator geschiedenis Doreen van den Boogaart. De podcastserie in het Rijksmuseum is powered by ING.

Episode Notes

Een kroon met fluweel, versierd met stenen. Hij lijkt op veel andere kronen, maar deze heeft een bijzonder verhaal. Hij is namelijk door de Engelsen gemaakt voor de vorst van Ardra, een West-Afrikaans koninkrijk. Met dergelijke diplomatieke smeermiddelen poogden de Engelsen (maar ook de Nederlanders) de handel in tot slaaf gemaakte Afrikanen te bevorderen. De kroon  werd veroverd door Michiel de Ruyter en kwam nooit bij de koning terecht. Doreen van den Boogaart vertelt in haar gesprek met Janine Abbring de achtergrond van deze kroon, over de koning van Ardra en de mensen die in slavernij weggevoerd werden om op plantages in Amerika te moeten werken.

Hoe de kroon eruit ziet, zie je hier.

De brief van James, hertog van York, aan de koning van Ardra die bij de kroon hoort, kun je hier bekijken.

De podcastserie in het Rijksmuseum is powered by ING.

Episode Transcription

00:00:01
Doreen van den Boogaart: Deze bronnen, die we hebben over deze gebeurtenissen. Daar worden mensen echt als een handelsproduct beschreven. En het is niet in woorden uit te drukken wat die mensen hebben moeten meemaken. Want die zijn echt door de Europeanen, onder anderen door de Nederlanders, verscheept, gebrandmerkt, helemaal weggerukt vanuit hun huizen. Uit hun eigen leven. En als je dan zo die bronnen leest, als je je daarin verdiept, dan moet je jezelf er altijd weer op wijzen van het gaat hier over mensen.

00:00:30
Janine Abbring: Een kroon met fluweel en goudkleurig materiaal, versierd met stenen. Hij lijkt op veel andere kronen, maar deze heeft een bijzonder verhaal. Hij is namelijk gemaakt voor de vorst van Ardra, een West-Afrikaans koninkrijk. Maar die vorst heeft hem nooit in handen gekregen, want Michiel de Ruyter onderschepte hem en nam de kroon mee naar Nederland. Wie was die vorst van Ardra en waarom zou hij die kroon krijgen?

00:00:59
Janine Abbring: Ik ben Janine Abbring en dit is: 'In het Rijks'. De podcast van het Rijksmuseum, waarin we bijzondere verhalen vertellen over voorwerpen en hun makers. Verdeeld over 4 verdiepingen en 80 zalen, zie je meer dan 8000 voorwerpen. In deze podcast bespreken we per aflevering één object, dat in het museum te zien is. In dit tweede seizoen de 17de eeuw. Van keramiek tot diamant en van beeldhouwwerk tot hoofddeksel. In deze aflevering, het verhaal van een bijzondere kroon. Junior conservator geschiedenis Doreen van den Boogaart neemt ons mee naar het Afrikaanse koninkrijk Ardra, waar de kroon eigenlijk terecht had moeten komen. Wil je weten hoe die kroon eruitziet? Ga naar Rijksmuseum.nl/podcast.

00:01:47
Janine Abbring: Hoe zou jij de kroon omschrijven, het uiterlijk van de kroon?

00:01:50
Doreen van den Boogaart: De kroon die heeft een binnenmuts van rood fluweel en daar omheen zit de echte kroon. Die is van verguld koper met vierkante glazen stenen erop. Afgewisseld met ronde knoppen en bovenop prijkt een wereldbol met een kruis daar bovenop.

00:02:06
Janine Abbring: Het is echt een klassieke kroon. Met dat roodfluwelen en van die bogen er omheen, zoals je hem ook als kind zou tekenen. Zoals je hem in films vaak ziet. En je zegt: hij is verguld, het is geen gouden kroon, maar het is koper. Waarom de keuze voor dat materiaal? Weten we dat?

00:02:20
Doreen van den Boogaart: Ja. De kroon is gemaakt voor een Afrikaanse vorst. En vanuit Afrika, werd zeker in de zeventiende eeuw veel goud juist naar Europa verscheept. Ja, inderdaad. En koper werd in Afrika het Rode goud genoemd. Dus dat was juist een product waar ook veel voor gehandeld werd. Er werd voor goud, maar ook voor ivoor, voor katoenen stoffen door de Engelse en andere Europese handelaren in Afrika veel verhandeld. En koper was eigenlijk juist heel erg gewild op dat moment, in Afrika.

00:02:50
Janine Abbring: Dus het goud, ging juist van Afrika naar Europa. En die koning die kon makkelijker aan goud komen dan aan koper?

00:02:56
Doreen van den Boogaart: Ja, inderdaad. Dat was bedoeld als een diplomatiek geschenk voor de koning van Ardra. Dat was een Koninkrijk in het huidige Benin.

00:03:03
Janine Abbring: West-Afrika.

00:03:04
Doreen van den Boogaart: Ja, inderdaad. En de Engelsen, die wilde deze kroon als een geschenk aan deze vorst geven. Om de handelsrelaties die ze net hadden opgebouwd, een jaar eerder in 1663, met deze vorst wilden ze versterken. Wilden ze verstevigen en daarom maakten ze deze kroon, als één van de objecten die ze mee wilden geven bij een ambassade richting deze vorst.

00:03:24
Janine Abbring: Dus de kroon is in Engeland gemaakt? Weten we door wie die is gemaakt?

00:03:28
Doreen van den Boogaart: Door een ambachtsman. We weten niet precies door wie, maar weten wel wie de afzender van de kroon was. Dat was de hertog van York, James. Die later koning James de tweede zou worden van Engeland.

00:03:37
Janine Abbring: Eigenlijk om te lobbyen.

00:03:39
Doreen van den Boogaart: Ja, zo zou je het wel kunnen noemen.

00:03:40
Janine Abbring: Ja, en Engeland wilde daar ook voet aan grond krijgen, letterlijk en figuurlijk?

00:03:44
Doreen van den Boogaart: Ja, inderdaad. En dat was ook wel waar ze heel erg mee bezig waren op dat moment. De Nederlanders bijvoorbeeld, die hadden veel forten daar. En ze wilde zelf de macht krijgen op zee en ook aan de Afrikaanse Westkust. Om daar te gaan handelen en de Nederlanders waren daar voornamelijk bezig met ivoor en goud en ook in mensen aan het handelen. En de Engelsen hadden net in de jaren voor 1664, voordat deze kroon gemaakt werd, Nederlandse forten veroverd. En eigenlijk steeds meer de Nederlanders weggejaagd. En daar heeft deze kroon ook heel mee te maken, met dat moment. Want de kroon is niet bij de koning van Ardra aangekomen, want hij ligt in het Rijksmuseum.

00:04:19
Janine Abbring: Ja, daar komen we zo op. Dat is wel heel bijzonder aan dit verhaal, inderdaad. De kroon heeft eigenlijk zijn eindbestemming nooit bereikt. De vorst Ardra in West-Afrika heeft hem nooit in handen gekregen. Maar even om op dat lobbyen terug te komen, want dat vind ik echt razend interessant. Gebeurde dat vaker? Op deze manier. Dat er dan geschenken werden gemaakt. En waarom is het dan niet een echte gouden kroon?

00:04:43
Doreen van den Boogaart: We moeten dit echt zien als een ambassade, een bezoek aan vorsten, zoals we dat nu ook nog steeds zien. Dat twee vorsten of de vertegenwoordigers van die vorsten elkaar ontmoeten. Dus dat was ook zo in West-Afrika op dat moment, dat vertegenwoordigers van verschillende landen richting een vorst gingen. Maar ook Afrikaanse vorsten richting Europa gingen om de banden te verstevigen. En daar waren dan ook geschenken onderdeel van.

00:05:07
Janine Abbring: Ja, het is echt een relatiegeschenk.

00:05:08
Doreen van den Boogaart: Ja inderdaad. En het is ook een leuk geschenk op dat moment waarschijnlijk voor de Engelse om te geven. Omdat ze net zelf weer een vorst hadden. De monarchie was hersteld. Er was ook een nieuwe kroon gemaakt en deze ging richting de vorst van Arda. En de hertog van York schreef ook in een brief voor de vorst van Arda: dit is echt een blijk van de hoogste autoriteit en deze stuurde we dan ook richting u.

00:05:41
Janine Abbring: Wat is dat voor brief?

00:05:42
Doreen van den Boogaart: Het is een perkamenten brief, die is heel kleurig versierd en is in het Engels geschreven. En dat is echt heel erg de waardering voor de vorst. Ook heel erg respect tonen en dat is ook een heel erg groot belang van diplomatieke ontmoetingen. Om elkaar wederzijds respect te laten tonen en juist ook als een vorst.

00:05:58
Janine Abbring: Wat was dat voor man? Weten we dat?

00:06:01
Doreen van den Boogaart: Weten in ieder geval zijn naam, dat was Tefizon. En hij was een hele machtige vorst op dat moment, rond 1664-1665. Hij resideerde zelf in het binnenland van het huidige Benin, dus dat was zo'n 50 kilometer landinwaarts. Als ambassadeurs of buitenlandse vertegenwoordigers hem wilde bezoeken, dan moesten ze ook helemaal het land ingaan. Om eerste naar hem toe te gaan om hem geschenken aan te bieden. Van het koninkrijk van Arda was het belangrijkste handelsproduct lang geweest, zeker ook binnen Afrika, katoenenstof. Ja, speciaal vanuit Arda. Maar langzamerhand werd deze vorst steeds meer iemand die zich op de handel in mensen, slavenhandel, ging richten. Hij had echter soort van speelfunctie in West-Afrika, op dat moment. Voerde veel oorlogen waardoor die ook veel krijgsgevangenen maakte. En die uiteindelijk aan Europese handelaren, Fransen, Portugezen -.

00:06:53
Janine Abbring: Dat vroeg ik mij af inderdaad. Met wie hij dan wel handel dreef. Wat voor dingen staan er nog meer in die brief? Weet je dat? Ben er echt razend benieuwd naar.

00:07:01
Doreen van den Boogaart: Het is eigenlijk een hele korte brief, dus in het begin van we willen graag met je handelen. We hebben een kroon die van de hoogste autoriteit een blijk geeft en toen stuurde ze ook een bed naar de koning van Ardra. Hij schreef erover, de hertog van York, daar slapen wij altijd in.

00:07:15
Janine Abbring: Ze stuurde dus een kroon en een bed? Wat voor soort bed was dat dan?

00:07:22
Doreen van den Boogaart: Dat weten we niet precies. En de reden waarom we dat niet weten. De kroon is er nog wel, maar waarom we niet weten hoe het bed eruitziet, is uiteindelijk omdat de relatiegeschenken nooit aankwamen op hun uiteindelijke bestemming.

00:07:36
Janine Abbring: Wat gebeurde er?

00:07:37
Doreen van den Boogaart: De Engelse waren daar aanwezig, gingen Nederlandse forten aanvallen. En dat werd vanuit het hoofdkwartier van de Nederlanders op dat moment van de handel. Dat was in Ghana in Elmina. Stuurde de gouverneur daar, naar Nederland een bericht: Het gaat niet goed, er moet iets gebeuren. En vanuit Nederland stuurde de admiraliteit, de marine van toen, die stuurde Michiel de Ruyter. Toen al succesvol in eerdere oorlogen, tegen de Engelsen. En Michiel de Ruyter ging daarheen en kwam een aantal handelsschepen tegen van de Engelse. Kaapten die, maakte alles buit wat daarin zat en daar zat onder andere ook de kroon van de koning van Ardra in en de brief. Maar er was ook een bed.

00:08:19
Janine Abbring: Dus je Engelsen waren vol goede moed onderweg. In grote schepen met die lading. We weten sowieso, dus de kroon voor de Koning van Ardra en een bed. En de kroon is er nog wel, maar wat als je met het bed gebeurd? Weten we dat?

00:08:32
Doreen van den Boogaart: We weten niet precies waar het bed is gebleven. Maar de laatste melding die we daarover hebben, is dat Michiel de Ruyter aankwam in Elmina in het hoofdkwartier, nadat die verschillende forten op de Engelse weer veroverd had voor de Nederlanders.

00:08:44
Janine Abbring: En Elmina is, waar is dat?

00:08:46
Doreen van den Boogaart: In het huidige Ghana. Dat was echt het belangrijkste fort, op dat moment, van de Nederlandse aanwezigheid daar. En waar het bed precies gebleven is, dat weten dus niet. Maar waarschijnlijk is het achtergebleven daar in Elmina. Heeft iemand jarenlang in dat bed geslapen, dat eigenlijk voor een vorst bedoeld was.

00:09:03
Janine Abbring: Het kan best zijn dat er op dit moment nog steeds een Ghanees in dat bed ligt.

00:09:08
Doreen van den Boogaart: Ik weet niet of dat houdt, dat dat het zo lang volhoudt.

00:09:12
Janine Abbring: Het is wel een goed verhaal.

00:09:22
Janine Abbring: En die kroon? Wat deed Michiel de Ruyter met die kroon?

00:09:24
Doreen van den Boogaart: Rond zes januari 1665 was hij nog steeds vlakbij Elmina met zijn schip En dat is ook de dag dat 'drie koningen' altijd gevierd wordt. En Michiel de Ruyter schrijft dan aan zijn zoon, later in zijn dagboek, dat ze lootjes hadden getrokken en dat één iemand die kroon op had bij de viering van 'drie koningen'. Daarna is Michiel de Ruyter waarschijnlijk wel serieus met de kroon omgegaan. Het heeft hem netjes meegenomen richting Nederland en hem daar gegeven aan de admiraliteit van Amsterdam, zijn opdrachtgevers. En daar is de kroon en de brief jarenlang bewaard gebleven en ook tentoongesteld, als een soort van pronkstuk van Michiel de Ruyters overwinningen op de Engelsen. En toen is het van 1826, via verschillende musea, voorlopers van het Rijksmuseum, hebben die het bewaard. En uiteindelijk is het in het Rijksmuseum beland. Waar het ook heel lang in het verhaal van Michiel de Ruyter als overwinnaar van de Engelsen tentoongesteld wordt. En het hele verhaal over de Koning van Ardra en de slavenhandel die daar ook juist heel erg mee samen ging, werd niet verteld. Werd misschien ook niet interessant gevonden, maar nu in het Rijksmuseum heeft het wel een hele andere plek gekregen, op dit moment. Het is in de zaal over de zeventiende eeuwse Nederlandse overzeese handelspraktijken wordt het tentoongesteld. En laat het echt weer het verhaal zien waar we het nu over hebben over de Koning van Ardra en het diplomatieke geschenken die gegeven moesten worden bij de handel.

00:10:54
Janine Abbring: Om uiteindelijk gewoon in mensen te handelen. Wat natuurlijk afschuwelijk is. Want hoe werkte die handel in tot slaaf gemaakte mensen in Ardra?

00:11:00
Doreen van den Boogaart: Er zijn lijsten bekend waarop staat zoveel kost één mens. Op verschillende manieren, wordt dat uitgedrukt. In kauri-schelpen, in koper, in andere metalen in textiel.

00:11:15
Janine Abbring: Ongelofelijk, maar het raakt je ook echt dan.

00:11:17
Doreen van den Boogaart: Ja, omdat wij deze bronnen, die we hebben, over dit verhaal over deze gebeurtenissen. Daar worden mensen echt als een handelsproduct beschreven. En het is niet in woorden uit te drukken wat die mensen moeten hebben meegemaakt. Want die zijn uiteindelijk door de Europeanen, onder andere door de Nederlanders, verscheept, gebrandmerkt, helemaal weggerukt vanuit hun huizen, uit hun eigen leven. En als je dan die bronnen leest. Als je daar je in verdiept, dan moet je jezelf er altijd weer op wijze: het gaat over mensen.

00:11:50
Janine Abbring: En niet over dingen. Dingen die je kunt kopen. Absurde gedachten. Dus je hebt die lijsten waarop staat, wat kost een mens eigenlijk. En wat voor andere documenten heb je gezien?

00:12:03
Doreen van den Boogaart: Er is een reisverslag van Pieter de Marees bekend. Die heeft hij al in 1602 geschreven. Waar die uitlegt hoe het lokale slavernij systeem in Afrika werkte. En daarvan weten we dat er mensen in slavernij kwamen door armoede of doordat ze schuld aan een koning niet konden betalen. En zelfs dat ouders hun jonge kinderen moesten verkopen, omdat ze hem gewoon niet konden voeden dat daar zoveel armoede was. Maar krijgsgevangenen, dat was ook een grote bron van mensen in slavernij. En er werd veel oorlog gevoerd, en zeker ook door de koning van de Ardra, op dat moment. En hij schreef in dat verslag, legde hij uit, hoe mensen tot slaaf gemaakt werden in Afrika. En dan was de volgende stap voor degenen die het lazen, voor de Nederlanders in zijn geval. Om dan deze mensen ook te kunnen kopen. En dat ze ook genoeg mensen konden kopen, omdat ze grote aantallen richting Amerika, 's en richting het Caribisch gebied wilden verschepen, om ze daar te laten werken. Wat er gebeurde, doordat de Europeanen richting West-Afrika gingen en ook de vraag heel groot was naar mensen in slavernij. Ja, zij intensiveerde echt heel erg die vraag voor mensen, die ze in slavernij wilde verkopen en verhandelen. En daardoor veranderde ook heel erg de dynamiek in West-Afrika. Want de koning van Ardra was meer bekend van de handel in katoenen stof. Maar als hij rijk en machtig wilde blijven, dan moest die dus aan die vraag gaan voldoen.

00:13:34
Janine Abbring: Dat hebben de Nederlanders heel erg aangezwengeld.

00:13:36
Doreen van den Boogaart: Ja, de Nederlanders en ook andere Europese landen. Maar dat is echt een verandering van uit dat lokale slavernij systeem. Het was dan misschien wel een krijgsgevangenen van een ander volk. Het was misschien niet iemand uit Ardra zelf, maar toch werden mensen door de koloniale slavenhandel echt helemaal weggerukt uit hun eigen land, uit hun eigen bekende omgeving.

00:13:59
Janine Abbring: En in dat onmenselijke systeem gezogen.

00:14:01
Doreen van den Boogaart: Ja, inderdaad.

00:14:03
Janine Abbring: Wat weten we verder over die mensen die tot slaaf verder gemaakt hebben?

00:14:07
Doreen van den Boogaart: We komen verhalen van hen, hun namen in ieder geval, tegen in archieven. Als de mensen verscheept werden vanuit Ardra naar bijvoorbeeld Suriname of Curaçao of Brazilië, kregen ze vaak een nieuwe naam. Hun Afrikaanse naam werd hun afgenomen en ze krijgen een nieuwe naam, die waarschijnlijk beter in de mond lag. Maar ze kregen ook een nieuwe achternaam en dat is vaak de plek waar ze vandaan kwamen. Dus we komen in de archieven best wel wat mensen vanuit Ardra tegen bijvoorbeeld Cecilia van Ardra of Codjo van Ardra. En deze mensen komen we tegen in lijsten van plantages, maar ook juist hun stem of hun verhaal hoorden we in rechtbanken. Bijvoorbeeld na opstanden. Dan was er best el een vraag naar: wie je was de aanleiding hiervoor? Wat was de aanleiding? Wie kunnen we hiervoor straffen?

00:14:55
Janine Abbring: Dus als er op een plantage een opstand of een kleine revolutie probeerde plaats te vinden? Dan kwam er daarna een rechtszaak?

00:15:02
Doreen van den Boogaart: In ieder geval verhoren en werden uiteindelijk mensen daarvoor veroordeeld. Als ze gevangen waren genomen en niet op een andere manier of hun eigen vrijheid hadden gevonden of gevangen waren genomen. We weten ook van Cecilia van Ardra, zij had vlak voor een slavenopstand in 1750 in Curaçao. Had zij een soort van ritueel uitgevoerd, een offer gepleegd, en de Nederlanders wilden toen in 1750 gaan uitzoeken: had dat offer iets te maken met de voorbereidingen voor die opstand. En zo komen we haar tegen en eigen verschillende mensen komen met tegen.

00:15:38
Janine Abbring: Ja, want ik neem aan dat zij haar eigen religie meenam. Want je hebt het over een offer. Kun je dat uitleggen?

00:15:45
Doreen van den Boogaart: In Ardra, in dat gebied, was het vudon geloof groot. Veel mensen hingen dat aan. En grotendeels is dat ook richting het Caribisch gebied gekomen. Door mensen in slavernij, die dat met zich meegenomen hadden en dat daar ook steeds doorgaven aan hun nakomelingen. En het zou dus kunnen, dat het Cecilia daarvan een offer aan de goden plegen. We weten niet precies of dat zo was en waarvoor het was, maar de Nederlanders wilden in ieder geval uitzoeken of zij misschien wel die goden had aangeroepen, voor hulp of iets anders, voor zo'n opstand. Maar dat is iets wat de mensen met zich meenamen in slavernij, als ze vanuit hun eigen land weggerukt waren. Maar ze namen bijvoorbeeld ook hun manier van op schrift of van geschiedschrijving of van contact mee. Ze zetten eigenlijk niks op schrift. Maar er werd wel, dat weten we uit een reisverslag van een Franse ambtenaar, dat mensen communiceerden met touw. Dat ze knopen in touw maakten en dan verschillende boodschappen aan elkaar door wilden geven. Dus dat kon zijn: een prijs van een product. Maar dat kan ook zijn een plaats waar mensen afspraken. En door die zogenaamde 'talking knots' zijn waarschijnlijk ook herinneringen aan het eigen land doorgegeven.

00:17:03
Janine Abbring: Pratende knopen. Wauw, dat klinkt ook bijna een beetje als een soort geheimschrift. Want ik kan me voorstellen dat je het dan op een manier deed waardoor andere mensen niet wisten wat er stond. Of wat je kon lezen in dat soort knopen.

00:17:15
Doreen van den Boogaart: Ja, we weten natuurlijk inderdaad niet met gebeurtenis als opstanden hoe daar precies in gecommuniceerd werd.

00:17:21
Janine Abbring: Mensen werden gemobiliseerd..

00:17:22
Doreen van den Boogaart: Maar we weten wel, dat niet per se mensen uit Ardra, maar wel gewoon mensen op plantages, die ook met elkaar afspraken in hun eigen taal of een Creoolse taal. Dat ze daarmee met elkaar communiceerden.

00:17:36
Janine Abbring: Want die tot slaaf gemaakt mensen werden natuurlijk overal vandaan gehaald en Afrika is een belachelijk groot continent. En dan kom je terecht op bijvoorbeeld Curacao, wat natuurlijk best klein is. Dan zit je daar met heel veel verschillende mensen met verschillende achtergronden. Maar konden mensen uit Ardra elkaar herkennen? Weten we dat?

00:17:56
Doreen van den Boogaart: Waarschijnlijk konden ze elkaar herkennen aan de taal die ze spraken, maar weten ook dat, in ieder geval voor de achttiende eeuw, dat mensen uit Ardra bepaalde littekens op hun gezicht hadden. Waarschijnlijk waren dat een soort van tatoeages. En in zo'n verslag staat dan geschreven: Mensen uit Ardra, mannen, vrouwen, kinderen hadden een soort van sneetjes op hun gezicht. En de hoge mensen, die hoge positie hadden in het land. Die zouden dat dan op hun voorhoofd moeten hebben. Het zou kunnen dat ze elkaar aan tatoeages herkende

00:18:27
Janine Abbring: Ja, als je uit je eigen omgeving wordt weggerukt en verscheept, letterlijk als een product. Je wordt echt ontmenselijkt en dan is het heel fijn dat je op die manier kunt vasthouden aan je identiteit. Ook al is het maar door de versieringen op je gezicht.

00:18:43
Doreen van den Boogaart: Of de verhalen die je kan vertellen aan elkaar, van een land waar ze misschien je voorouders geweest waren. We weten wel dat dat echt doorgegaan is. Misschien niet per se van de mensen uit Ardra. Maar verhalen die blijven met de mensen meegaan.

00:19:05
Janine Abbring: Beetje bij beetje is het perspectief op deze kroon verschoven. Hoe kijken we nu naar deze kroon? Hoe zouden we er naar moeten kijken? Volgens jou?

00:19:12
Doreen van den Boogaart: Wel echt als een bewijs van de consequenties die de handel van de Europeanen in Afrika had. Er waren diplomatieke geschenken nodig om deze vorst over te halen om met hen te handelen. En door de Europese aanwezigheid, door de Europese vraag werden er ook steeds meer mensen tot slaaf gemaakt in Afrika. Omdat de vraag heel hoog was. En daardoor ook als een vorst machtig en rijk wilde blijven, dan moest die ook mensen gaan leveren aan de Europese handelaren. Dus het laten heel erg die consequenties zien en het brengt ons misschien ook wel dichterbij hoe dat nou precies werkte, de slavenhandel. Hoe het precies kon gebeuren. Wat deze kroon nog niet laten zien, is nog best wel veel. Want deze kroon laat eigenlijk nog weinig zien over het koninkrijk Ardra zelf en over de mensen die daar door de handel, door de vraag van de Nederlanders van de Europeanen.

00:20:08
Janine Abbring: Slachtoffer werden van het systeem.

00:20:09
Doreen van den Boogaart: Inderdaad. Dat zijn nog dingen die nu steeds meer verteld kunnen worden en mogen worden door onderzoek dat gedaan wordt. En dat we steeds meer een beeld krijgen van: Wat was dit koninkrijk? Wie waren de mensen die daar tot slaaf werden gemaakt? Deze kroon stelt nog heel veel vragen. En ik denk dat het ook een vraag is die mensen zichzelf zouden moeten stellen. Als ze het museum inlopen en de kroon zien staan. Maar wat zit hierachter?

00:20:44
Janine Abbring: In de volgende aflevering, prentmaker, ondernemer en mantelzorger. Magdalena van de Passe wist al die rollen met verve te vervullen. In deze aflevering praat ik over haar artistieke kwaliteiten. Met junior conservator prentkunst, Manon van der Mullen. Vond je dit een leuke aflevering? Vergeet dan niet een review achter te laten in Apple podcast. Zo kunnen andere luisteraars deze podcast makkelijker vinden.